Jaarverslag 2019

Taakvelden

7.1 Volksgezondheid

Taakveld 7.1 Volksgezondheid

Portefeuillehouder:          P. Lucassen
Beïnvloedbaarheid:         ❶❷

Wat wilden we bereiken?

  • Inwoners blijven zo lang mogelijk gezond in ‘positieve gezondheid’ (1) .
  • Zoveel mogelijk kinderen in Gennep groeien zo gezond mogelijk op; ze bewegen voldoende en hebben geen overgewicht.
  • De GGD heeft met zijn aanbod van jeugdgezondheidszorg een grote betrokkenheid bij de normale ontwikkeling van kinderen. De GGD is een belangrijke partner in de preventieve en curatieve zorg voor de Gennepse jongeren; opvoed- en opgroei-belemmeringen worden voorkomen dan wel bestreden.
  • De vaccinatiegraad is minimaal gelijk gebleven.
  • Bereik en tijdigheid van neonatale screenings (hielprik en gehoorscreening) is minimaal gelijk aan peiljaar 2010.
  • Er is sprake van continuïteit en samenhang binnen de keten van publieke gezondheidszorg.
  • Er is geen verschil in gezondheid tussen mensen met een lage of hoge sociaaleconomische status.

Wat zouden we er voor doen?

  • Wij geven uitvoering aan het lokale gezondheidsbeleid, waarbij we focussen op ‘Positieve gezondheid’ en het accent leggen op bewegen.
  • We brengen gezondheidsrisico’s vroegtijdig in beeld.
  • We hebben extra aandacht voor maatschappelijke participatie van mensen met een gezondheidsachterstand. In dit kader geven we uitvoering aan het project Inzet Gezond Inzet De Stad-(GIDS)gelden.
  • We hebben extra aandacht voor (preventieve) gezondheidszorg bij vergunninghouders. We voeren het inhaalprogramma vaccinaties uit.
  • We geven uitvoering aan het Programma Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) waarmee we jongeren actief stimuleren een gezonde leefstijl aan te houden.
  • Met instemming van de ouders en/of jongere, wisselen we op casusniveau actief informatie-uit met de GGD.

(1) ‘Positieve gezondheid’ is het nieuwe concept van gezondheid. Gezondheid is daarbij ‘het vermogen van mensen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven’. ‘Positieve gezondheid’ richt zich niet louter op de toestand van ‘compleet welbevinden’. Ziekte moet waar mogelijk worden behandeld, maar daarnaast moet er ook aandacht zijn voor het versterken van veerkracht en zelfregie. Het hebben van een ziekte wil lang niet altijd zeggen dat mensen niet meer de dingen kunnen doen die ze willen doen.

Wat hebben we gerealiseerd?

  • Met professionals vanuit zorg en welzijn zijn wij een lokaal netwerk Positieve gezondheid gestart. In februari heeft de jaarlijkse interactieve netwerkbijeenkomst Positieve gezondheid plaatsgevonden. Daarnaast vindt regelmatig overleg plaats in de kerngroep Positieve gezondheid waarbij verschillende thema's aan bod komen zoals valpreventie en bezoeken aan vijfenzeventigplussers.
  • De Jeugdgezondheidszorg heeft de jongeren en eventuele gezondheidsrisico's bij jongeren vroegtijdig in beeld. Bij het vermoeden van een gezondheidsrisico worden krachten gebundeld met Team Toegang en zo nodig met andere organisaties.
  • Wij hebben het project Inzet GIDS-gelden (Gezond in de Stad) uitgevoerd en voor de toekomst vervolg gegeven. Erasmus Universiteit Rotterdam heeft in opdracht van Pharos een actie-begeleidend onderzoek uitgevoerd naar het project in de gemeente Gennep. Het doel van het onderzoek was om inzicht te krijgen in hoe gezondheidsachterstanden gereduceerd kunnen worden door gezondheid te koppelen aan de thema's armoede, schulden en participatie. De veronderstellingen die ten grondslag liggen aan de aanpak worden onderschreven door de onderzoeksresultaten. Het GIDS-project is uitgebreid met 'Positieve Participatie'. Voor het verder vormgeven is de Universiteit Maastricht betrokken.
  • De GGD heeft het inhaalprogramma vaccinaties bij vergunninghouders volledig uitgevoerd.
  • JOGG, Gezonde jeugd en Gezonde toekomst zijn geïntegreerd in het programma Gennep Doet Mee. Het programma staat steeds beter op de kaart. Een voorbeeld daarvan zijn de naschoolse activiteiten van Ben Bizzie.
  • In het Zorg Advies Team (ZAT) overleg wordt op casusniveau  in het bijzijn van ouders met het consultatiebureau (JGZ/GGD) informatie uitgewisseld. Hierdoor kunnen partijen sneller schakelen en wordt hulp of ondersteuning sneller ingezet.
ga terug